“The legend lives on!”
01-01-2013 1102 Views
De echte voetbalkenners zijn het er unaniem over eens: in België bestaan maar 2 échte stadsderby’s en dat zijn KV tegen Racing Mechelen en Antwerp tegen Beerschot. Nergens leeft het derbygevoel meer dan tussen deze stadsrivalen. Op 14 oktober laatstleden stond ’t Stad op stelten omwille van een andere reden, maar de dag dat Antwerp en Beerschot weer tegenover elkaar staan in een competitiematch in 1ste klasse, zal het daveren van ver voor de Kennedytunnel tot diep in de Noorderkempen. Antwerp was top, Antwerp kreeg kloppen, Antwerp was bijna dood, Antwerp herrees, Antwerp was opnieuw bijna dood, Antwerp herrees opnieuw. The legend lives On!
De strijd om de titel van “Ploeg Van ’t Stad”
Royal Antwerp Football Club werd met stamnummer 1 opgericht in 1880 en is tevens één van de stichtende leden van wat later de Koninklijke Belgische Voetbalbond zou worden. Bij het begin van de 20ste eeuw ontstond het eerste conflict binnen het Antwerpse voetbal, toen enkele van de beste spelers van Antwerp naar het pas opgerichte Beerschot overliepen. Dit was meteen het begin van een rivaliteit die ondertussen al ruim een eeuw duurt en in Antwerpen via de moedermelk wordt doorgegeven. FC Antwerp zou zich hier langzaam van herstellen. Het Antwerpse voetbal begon echt open te bloeien na het einde van WOI, maar het was rivaal Beerschot die de eerste Antwerpse “Kampioen van België” werd. FC Antwerp verwierf de Koninklijke titel en nam zijn intrek in De Bosuil, waar het tot op heden nog steeds speelt. Beerschot pakte ondertussen nog enkele landstitels en het was pas in 1929, dat de rood-witten voor het eerst kampioen werden. Het Antwerpse voetbal was tussen de 2 grote wereldbranden top in België en er werd tussen de Bosuil en het Kiel fors gestreden voor de titel van “Ploeg van ’t Stad”. Ook na WOII bleef Antwerp het goed doen, ondanks de steeds groter wordende concurrentie van de Brusselse ploegen, FC Brugge en Standard Liège. In 1958 speelde het in een nagenoeg volle Bosuil voor het eerst Europees tegen het grote Real Madrid. Eind de jaren 60 ging het plots minder voor The Great Old. Voor het eerst in zijn geschiedenis zakte Antwerp uit 1ste Klasse. De oorzaak werd gezocht bij de terughoudendheid van het clubbestuur om zich aan te passen aan het groeiend professionalisme in het Belgisch voetbal. In 1969 werd Eddy Wauters voorzitter. Onder zijn beleid klom de ploeg onmiddellijk terug naar 1ste klasse en brak een mooie periode aan. Helaas kwam Antwerp onder Eddy Wauters meer dan eens in de actualiteit met controverses, schandalen en financiële moeilijkheden. Halverwege de jaren 70 werd Antwerp 2 keer na elkaar vice-kampioen. Het bleef rustig meedraaien, maar geraakte Europees nooit verder dan de tweede ronde, tot zich in 1989 het mirakel van Vitosha Sofia voltrok.
20.000 Rood-Witten op Wembley
Antwerp won in 1992 na een strafschoppentriller tegen KV Mechelen zijn 2de Belgische Beker en het jaar daarop mocht de ploeg van trainer Meeuws aantreden in de ECII. Cisse Severeyns was na zijn Italiaans avontuur bij Pisa teruggekeerd naar het ouderlijke huis en vond daar Alex Czerniatynski als zijn nieuwe spitsbroeder. Czernia bloeide in de herfst van zijn loopbaan opnieuw open bij zijn eerste liefde en werd dank zij zijn uitstekende prestaties opnieuw Rode Duivel. Hij had een ruim aandeel in de kwalificatie voor het WK94. Met de Hans-Peter Lehnhoff-Express op het middenveld, zette Antwerp een memorabel parcours neer in Europa en haalde verrassend de finale. Er volgde een nooit eerder geziene rood-witte exodus, richting Wembley. Het verloor in Londen echter met 3-1 van het Parma van Georges Grün. Antwerp is tot op heden de laatste Belgische club die een Europese finale bereikte. Meeuws werd in 1993 uitgeroepen tot Trainer van het Jaar. Maar ondanks het Europese succes van Antwerp waren er interne strubbelingen met voorzitter Wauters. Onderhandelingen over een mogelijke contractverlenging vielen in het water toen Wauters te weten kwam dat zijn trainer ook met AA Gent had gesproken. Meeuws zag het anders: “Alle successen uit die tijd werden grotendeels naar mij toe geventileerd en naar de spelers. En hij (Eddy Wauters) vond dat die eerbetuigingen naar hem moesten gaan. Dat is volgens mij de kern van de zaak”. Het succes van Antwerp in die periode, kwam er niet omdat het over een uitzonderlijke lichting voetballers beschikte, wel omdat ze met zijn allen aan één zeel trokken, vedetten en waterdragers. De groep was één. Dat kwam ook omdat ze een gemeenschappelijke vijand hadden in de persoon van de flamboyante voorzitter Eddy Wauters. “Don Eddy” stond loodrecht tegenover trainer Walter Meeuws, die resoluut voor zijn spelers koos. En omgekeerd: de spelers kozen voor hem. In een zeldzaam interview, enkele jaren terug op Canvas, zegt Wauters hierover: “Dat is het principe van goed leiderschap, in de sport en in de politiek: het creëren van een gemeenschappelijke vijand. Dat maakt mensen eendrachtig en sterk.” Tussen Meeuws en Wauters kwam het niet meer goed na de verloren finale in Wembley, zeker omdat Meeuws de dag na die finale op een persconferentie door Wauters bijna werd gedwongen om zijn handtekening te zetten. Meeuws stapte echter letterlijk en figuurlijk op. Het blufpoker van Eddy Wauters zou uiteindelijk de zwanenzang van Antwerp inluiden. Het forceerde in 1998 wel nog een samenwerkingsakkoord met Manchester United en enkele jonge talenten werden door The Red Devils geëtaleerd bij Antwerp. RAFC zakte echter langzaam weg en degradeerde voor 2 seizoenen naar 2de klasse. Het kwam nog even terug, maar in het seizoen 2003-2004 leek het sprookje echt voorbij na een nieuwe degradatie.
The only way is up!
“The Great Old” blijft ondertussen al 9 jaar verstoken van eersteklassevoetbal. Negen eindeloos lange jaren, waarin het zowat alles dat kon mis gaan over zich kreeg. Het miste enkele keren op een haar na de promotie. Financiële problemen zorgden er ondertussen voor dat het Scheldewater tot aan de lippen stond. De club bengelde vaak op de rand van de afgrond. Telkens werd er een oplossing gevonden en daardoor staat het als een paal boven water: Antwerp will never die!
Royal Antwerp FC werd de laatste jaren ook geplaagd door veel financiële heisa. Door een conflict tussen voorzitter Wauters en bestuurslid Collin was de toekomst van de club in gevaar. In augustus 2011 werd er nieuw leven in de club geblazen. Gunther Hofmans gaf de club een financiële injectie. Eddy Wauters bleef voorzitter, maar de club kwam in handen van de groep rond Gunther Hofmans, die technisch directeur werd. Het akkoord kwam mede tot stand onder druk van de supporters. De nieuwe eigenaars willen binnen drie seizoenen met Antwerp FC terug naar de Jupiler Pro League. Eddy Wauters werd begin 2012 dan toch uit het bestuur gezet. Jan Michel werd de nieuwe voorzitter van Antwerp FC. Sportief lijkt de voorheen doodzieke, bijna comateuze patiënt wel buiten levensgevaar en mag het sinds de komst van de ervaren trainer Dennis Van Wijk hopen op meer. Hij wil, samen met de trouwe achterbaan aan de weg terug timmeren.
De “Antwerp-Oudenaarde” connectie.

Een club met een palmares, zoals dit van Antwerp, herbergt dan ook een resem legendarische voetballers. Louis Van Gaal, Nederlands topcoach van onder andere Bayern München, Barcelona, Ajax en het Nederlands elftal, speelde 4 seizoenen bij “The Great Old”. Louis had een fluwelen traptechniek en een zalige balbehandeling, maar stond nu niet echt bekend voor zijn werkkracht. Of het een verzonnen verhaal is of niet, laten we in het midden, maar toen Guy Thys trainer was bij Antwerp, zat Van Gaal vaak op de bank en werd dit zo moe dat hij tijdens een wedstrijd eens op Thys toe stapte. Hij vroeg hem: "Trainer, stel mij op: ik kan alles met een bal." Waarop Thys droog antwoordde: "Jamaar, ge hébt 'm nooit, Louis!"
Andere grote namen die ooit het rood-witte shirt mochten aantrekken zijn Nico Claesen Theo Custers, Franky Dekenne, Alex Czerniatynski, Patrick Goots, Cisse Severeyns, Rudi Smidts, zowat de Puyol van FC Antwerp, Marc Van Der Linden, Darco Pivaljevic, Wilfried Van Moer, Hans-Peter Lehnhoff, Ratko Svilar, Karl Kodat, Alfred Riedl, Ritchie De Laet en de onlangs overleden “Mister Antwerp”, Vic Mees. Zo kunnen we nog eindeloos verder gaan, want er zijn er hier nog veel niet vermeld.
Twee andere namen willen we jullie echter niet onthouden: Nico Broeckaert (foto) en Stefan Leleu, de twee meest succesvolle trainers bij KSVO van de voorbije 30 jaar. Nico speelde 7 jaar voor RAFC en beleefde de succesvolle Europese campagnes mee. Hij speelde de finale op Wembley. De Zottegemnaar loodste ons als speler-trainer op het eind van vorige eeuw op twee seizoenen tijd vanuit het moeras van 2de provinciale naar 4de klasse. De successtory van Stefan, onze huidige trainer hoeven we hier niet meer neer te schrijven. Stefan komt later deze week nog aan het woord.
Later grasduinen we ook nog doorheen de geschiedenis van de Bosuil en staan we stil bij het Mirakel van Vitosha Sofia.